Voor Joan Jonas

2008
Het regent en op het dak van mijn atelier verzamelt zich water, het zal zeker weer verdampen en opgaan in de wolken. In het doodlopend pad achter mijn atelier slaan twee poolse jongemannen met zware hamers een gat in een muur. Morgen zullen er vier vensters zijn, over een maand zal er iemand wonen. De man met de hamer staat lachend oog in oog met een man die zich binnen, achter de muur bevind. Een bekende en voorbeeldige theatersituatie. Ik ben het publiek die dit ziet en zit op een stoel met voor mij een laptop. Mijn vingers vinden niet steeds de juiste toetsen en ik moet mij voortdurend corrigeren. In de verte het geluid van autos. Het regent niet meer. Het liefste schrijf ik in de avond met een klein licht boven mijn tafel zodat de ruimte klein wordt , ik bevind me dan in een verlichte cirkel in een niet te peilen donkere ruimte. In het donker hecht ik sterk aan de stoel waarop ik zit en voel een intimiteit met de wereld die uniek is. De ervaring van ruimte is intens en de ruimte wordt een wereld waarin alles gebeuren kan. Leven is een intieme aangelegenheid. Als ik het licht uit doe om naar bed te gaan loop ik de weg door mijn donker atelier en schuivel door een donkere gang, klim een trap omhoog om in de woonkamer het licht uit te doen en voorzichtig op de tast vind ik de klink van de slaapkamerdeur. Ik moet oppassen niets om te stoten en zelf niet te struikelen. De wereld is zo anders in de donker, onmetelijk naar alle kanten Als het helemaal donker is, open ik de ogen en neem de donkerte in mij op. Zo val ik in slaap. Met geopende ogen…
‘There´s no one that waits for you but sleep, inside the empty house’, schreef ik in een inleidende tekst voor de tentoonstelling in 2002 die ik op verzoek van Wako in zijn galerie mocht samenstellen en waarbij het werk van Joan voor het eerst het japanse publiek getoond werd. Een kleine monitor in de hoek van de galerie toonde in zwart ¯wit, de hand van Joan Jonas die oa een piramide tekent of een 8 of een andere geometrische vorm die iedereen kent. Het lijkt alsof dmv het tekenen, het opnieuw tekenen, de vormen blijven bestaan. Alsof het opnieuw tekenen hen vrijwaardt voor verval en hun voorbetstaan kan verzekeren. Een archief moet gecontroleerd worden. De boeken worden geopend om te kijken of de woorden er nog zijn, of de letters en cijfers nog in de juiste volgorde staan en de juiste vorm hebben. De herhaling als methode verzekert een zekere continuteit. Ben ik nog thuis ? Ja. Ben ik die ik was? Eh, Nee.Wat heeft zich veranderd deze laatste minuten. Joan tekent een cirkel. Ja, de cirkel bestaat nog, de einden vinden zich. Het huis, ja. De trap. De tuin. Het dier. Alles bestaat ……totdat de telefoon gaat . ‘Hi henk, its Joan, I am working on a performance, Lines in the sand, and I think of you, I need an old man… ‘
Zovele avonden had ik Joan begeleid in de stad als wij een restaurant zochten om uit te blazen van een intense dag lesgeven aan de Kunstakademie in Stuttgart(D) waar wij beiden een eigen klas onder onze hoede hadden. Nooit had ik mijzelf als een oude man gezien of Joan als een oude vrouw en plots werd ik er één, zonder problemen telde ik opeens mijn jaren en zag ik mijn grijze haren. Wat betekent 50 of 60 0f 70 jaar in het licht van de duizenden die ons voorafgingen en er zeker nog zullen komen en waarin wij even bestaan hebben, als tijdgenoot als geliefde, als vriend. Mijn carriere als oude man is nu net begonnen, antwoordde ik haar en ik herinnerde mij dat ik als 7 jarige eens door een andere 7 jarige, opa werd genoemd. Mijn realiteit verruimde zich, het inzicht een oude man te zijn was niet zozeer een beperking alswel één van de vele mogelijkheden van de nieuwe fase waarin ik mij volledig liet meevoeren. Ik voelde me opperbest. Joan stuurde mij een tekst en de eerste zin was: We all know the story of Helen of Troy but few of us have followed her to Egypt. How did she get there?

Ik lig op een harde houten lente-groen geschilderde sofa, heel ongemakelijk.Ik verschuil mijn gezicht achter een masker en probeer de zaal in te kijken, Ik word toeschouwer en het publiek acteur. Ik gluur door de ogen van een papieren hond. Te laat sta ik op, vergeet dat ik een beeld ben, een beeld en mijn mond een huis voor de woorden, mijn benen zijn niet meer van mij ik moet ze tot de orde roepen en opdracht geven de ene voet voor de andere te zetten ook mijn rug moet ik niet vergeten mee te nemen en mijn armen, niemand hoeft te weten dat ik geen raad weet met mijn armen. Mijn hoofd beweeg ik niet. Plotseling ben ik een acteur, ik voel de spotlight op mij gericht en ik zeg,’ She is both phantom and reality’. Er is een heel goede acteur nodig om het woord Reality geloofwaardig uit te spreken. Ik was even een priester van een geheim genootschap en ik zou zeker binnenkort opgepakt worden als leugenaar. Ik probeerde van het woord reallitiet iets te maken maar ik wist niet hoe. Ik probeerde door extra overtuigingskracht in mijn woorden te leggen mijn ontmaskering uit te stellen. Re- gaat goed, als begin, de keel verlatend naar voren in de mond, naar de – a- , deze dankbaarste van alle klinkers die na de – e- versterkend werkt ( ik was even een zanger) dan de – li- nu met de tong tegen de tanden, en een vreemd samenspel onstaat onbewust tussen mijn ogen, die ik iets toeknijp en de mondhoeken, waardoor een zekere vreemde grimas te zien moet zijn geweest, alsof ik plotseling op een bijzonder gedachte gestuit was waarover ik het verder niet wilde hebben. Dit liet ik even enkele seconden bestaan, ik genoot, ik was even een geleerde die meer wist dan zijn publiek. Dan – ty, is erg moeilijk, bijna overbodig, ik verhoogde mijn stem en liet de – y zweven en keek schuinomhoog, over het publiek heen. Ik was verheven en de kluts kwijt. Mijn mond was een herberg voor reizigers, vermoeid en hongerig, voor iedereen was er een plek. Mijn mond was een huis voor de woorden en mijn gestalte was een beeld, een beeld dat alleen in het nu bestaan kan. Nu. Ik was in trance.

Een beeld is nodig om ons eraan te herinneren wat de werkelijkheid is. Alles bestaat in onze zintuigelijke waarneming én als gedachte. In de kunst-die een verbeeldingstraditie is- wordt de gedachte over de werkelijkheid terug gezet in de werkelijkheid en ontstaat er een verschil. In dit verschil gaan we dingen zien en begrijpen. In de theatertraditie en vooral in de performance is er geen verschil tussen het beeld en de werkelijkheid. Hier valt het denken over de Œwereld’ samen met het beeld van de wereld, met wat je ziet. Wat wij tekens, metaphoren of symbolen noemen, vervalt. Door dit mechanisme wordt de werkelijkhed vergroot. Ik draaide me om en liep als een vreemde die de weg kwijt is maar die probeert met overmoed die te hervinden, resoluut naar links achter op het toneel waar op een pallet grote steenblokken op mij wachten om een muur te bouwen. Heerlijk is het om het gewicht van een steen te voelen en de kracht te ervaren waarover het lichaam beschikt. Nu kon ik weer mezelf zijn en paste het tempo van het opelkaar stapelen van de blokken aan, aan het tempo van het tekenen, door Joan, van grote plattegronden van een onbekend terrein. ‘Length, breadth, thickness, the shape, the scent, the feel of things’, Joan¹s stem is krachtig en sterk, een stem van het land, een stem die zonder stemverheffing dwingend is maar toegankelijk blijft, de woorden worden met tederheid omgeven bij het uitspreken ervanen tussen de woorden is vrede. Elk woord overtuigend en vanzelfsprekend. Elk woord is waar. Zij stopt met de tekening en leert, ‘The Actuality of the present’. Bij het woord ‘actuality’ en het woord ‘present’ slaat ze hard met een stok op de grond. Samen met haar stem voert ons dit onvermijdelijk naar het hier en nu.The actuality en the present zijn één geworden. Dit spel is de werkelijkheid.

‘They are as real as any of the bronze or marble or pottery or clay objects, that fill the cases around the wall, that are set in elegant precision in a wide arc, on the professors table, in the other room. But we cannot prove that they are real..’ Dit is mijn laatste zin en verrukkelijk om uit te spreken omdat hij niet op lijkt te willen houden. Alles is echt en waar. Omdat de professeor het zegt, hij heeft gezag. Maar in een andere kamer. Dit klinkt niet zo zeker meer. We kunnen niets bewijzen.

Dan dansen wij een oude dans.Wij beginnen tegenover elkaar en lopen beiden eenzefde achtvorm , onvermijdelijk komen wij elkaar in het midden tegen en moeten daarbij niet botsen of op elkaar wachten dit verstoort de magie die van de vloeiende beweging uit gaat. Ik moet me goed concentreren. Daarbij draag ik ook een rol papier met teksten. Dan gebeurt iets onverwachts. Joan trekt een vreselijk gek gezicht naar mij, juist op het moment dat ik zichtbaar ben voor het publiek. Als zij ziet dat ik erg schrik begint ze om me te lachen. Ik kijk haar geschrokken aan en zij begint hoorbaar te lachen. Opeens is alles echt en ik probeer gewoon verder te gaan. Het lukt. Ik leerde dansen en was een oude man.

Top